WONEN IN ITALIË – Moderne kunst
Om zes uur opgestaan. Ik ga met vriendin Egle en haar buurvrouw Franca naar het Castello van Rivoli. Het herbergt één van de belangrijkste Musea voor Moderne Kunst van Europa. Na Bazel en Dubai heb ik de smaak te pakken.
Omdat ik ervan houd alles op m'n gemak te doen, sta ik vroeg op, lees m'n krant, ontbijt en spring onder de douche. Om acht uur rijd ik hier weg. Vijf kwartier later sta ik een cappuccino te drinken in één van mijn favoriete wegrestaurants op de weg naar Turijn.
Na wat gezoek en gevraag, mijn Tom Tom registreert het adres niet, sta ik om half elf voor het imposante 'castello'.
Begin 18e eeuw liet Victor Amadeus II van Savoia hier, 15 km. buiten Turijn, een nieuw kasteel bouwen op de resten van een middeleeuws slot. Architect Juvarra zette het huidige barokke kasteel neer. Later kwam het museum erin. In de jaren '80 van de vorige eeuw is het gebouw ingrijpend gerestaureerd.
Er hangt een aparte sfeer. Dat komt door de combinatie oud-modern. Het slot heeft prachtig beschilderde plafonds, de aankleding is weelderig en te midden daarvan staan de moderne kunstwerken, glazen uitbouwsels, modern vormgegeven trappenhuizen en liften.
We beginnen op de 3e verdieping. Daar exposeert ene Hito Steyerl, mij onbekend. Als we de deur open doen, worden we verwelkomd door brekend glas. Op een videoscherm zien we hoe jonge mensen in een atelier de ene ruit na de andere inslaan. "The city of broken windows" heet zijn werk. Het heeft iets met artificiële intelligentie te maken en met de wijze hoe wij geluiden opnemen. Ik denk even - nou schud het maar in m'n pet, dit is voor mij te hoog gegrepen.
Maar Franca weet veel meer van moderne kunst dan wij. "Moderne kunst moet iets zeggen over de tijd waarin we leven" onderwijst ze ons een beetje streng. "Het is geen kunst om alleen maar naar te kijken, je moet het interpreteren."
We gaan verder. We schrikken ons een hoedje van een dood paard dat aan het plafond hangt een zaal verderop. Het is van Maurizio Cattelan, de man die beroemd werd om zijn beeld van een opgestoken vinger dat voor het beursgebouw in Milaan staat.
We komen de meest merkwaardige kunstwerken tegen. Van Andy Warhol, Anna Boghiguian, Harold Szeemann, Sol Lewitt, Franz Ackermann, Anri Sala, Lothar Baumgarten, Giulio Paolini, onze eigen Jan Dibbets, Christo ...
Ook staan we een tijdje stil bij een creatie van de beroemde Chinese kunstenaar Ai WeiWei, een constructie van houten balken. Franca wijst ons op de ambachtelijke kant van het kunstenaarschap. Om dit werk te kunnen maken moet je je materiaal wel volledig beheersen.
Menig kunstwerk is echt fascinerend, Egle en ik laten ons gewillig door Franca leiden. 'Arte Povera' ...scherven, dode bladeren, de Venus van Milo die met haar neus in een berg vodden staat, wat leer ik veel vandaag. Maar dan...begint de maag te knorren.
Als je met Italianen op stap bent, hoef je nooit bang te zijn dat er niet gegeten wordt of dat de hele lunch uit een broodje kaas zal bestaan. Nee, er wordt altijd goed gegeten. In mijn Panda rijden we naar het oude centrum van Rivoli. Daar eten we een heerlijke pasta met artisjokken en praten over triviale dingen als 'vakantie'.
Dan gaan Egle en Franca naar hun auto en bedanken we Franca hartelijk voor haar onderricht. In Mombarcaro krijg ik nog een lieve boodschap van Egle: "Ci sono piaciute molto la mostra, il castello e la compagnia." Ik voel een volgend cultureel uitstapje aankomen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.